© Microsoft Corporation, 2003. Alle rechten voorbehouden.
Het SQL Server-documentatieteam hoort wel graag uw suggesties en commentaar over dit document, maar kan u geen technische ondersteuning bieden. Met de koppeling hieronder kunt u snel en onmiddellijk feedback versturen. Geef alle feedback bij voorkeur in het Engels.
Om feedback over dit document door te geven, klikt u op Feedback verzenden.
1.0 Inleiding
1.2 Aanvullende gegevens over MSDE 2000 versie A
2.0 MSDE 2000 versie A downloaden en extraheren
3.0 MSDE 2000 versie A installeren
3.1 MSDE 2000 Setup-documentatie
3.3 Services stoppen voordat u MSDE 2000 versie A installeert
3.4 MSDE 2000 versie A installeren
3.4.1 De versie van Microsoft Data Access Components controleren
3.4.2 Beveiligingsoverwegingen voor MSDE 2000 versie A
3.4.3 Setup-parameters voor MSDE 2000
3.4.4 Installatievoorbeelden voor MSDE 2000 versie A
4.0 Notities bij de documentatie
4.1 Verbeteringen in Desktop Engine
4.1.1 Uitgebreide foutberichten voor gedistribueerde query's
4.1.2 Wijzigingen in de foutopsporing van de functionaliteit
4.2 Verbeteringen in replicatie
4.2.1 Instructies UPDATE op unieke kolommen bij transactionele replicatie
4.2.2 Beperking op niet-unieke geclusterde indexen
4.2.3 Wijziging van de vereisten voor het toevoegen of terugzetten van een replicatiedatabase
4.3 Verbeteringen in SQL Server Agent
4.3.1 Accountinformatie voor logboeken van SQL Server Agent
4.3.2 Machtigingscontroles voor SQL Server Agent
4.3.3 MAPI-profielen voor SQL Agent Mail
4.4 DB-Library en Embedded SQL voor C
Microsoft SQL Server 2000 Desktop Engine (MSDE 2000) versie A is een downloadversie van MSDE 2000 met een nieuwe gebruiksrechtovereenkomst (EULA, End-User License Agreement) waarmee gebruikers andere rechten krijgen dan bij eerdere MSDE 2000-licenties.
Na het downloaden en extraheren van de bestanden van MSDE 2000 versie kunt u Setup.exe van Desktop Engine gebruiken om exemplaren van MSDE 2000 versie A te installeren. Desktop Engine Setup.exe is een opdrachtpromptprogramma. Het heeft geen gebruikersinterface. In plaats daarvan gebruikt u schakelopties voor de opdrachtprompt, of een INI-bestand om de installatieopties op te geven.
Zodra MSDE 2000 versie A is geïnstalleerd, functioneert het programma op dezelfde manier als MSDE 2000 Service Pack (SP) 3a. Tussen MSDE 2000 versie A en MSDE 2000 SP3a zijn de volgende verschillen:
De recentste SQL Server 2000 service pack-bestanden zijn beschikbaar op deze website. MSDE 2000 versie A bevat niet de samenvoegmodules die soms worden gebruikt om eerdere versies van MSDE 2000 in te sluiten in de installatieprogramma's van toepassingen. Als u de bestanden van MSDE 2000 versie A wilt distirbueren met andere toepassingen, moet u een hulpprogramma-wrapper voor de setup van toepassingen schrijven waarmee:
Zie deze Microsoft-webpagina voor meer informatie over de distributie van MSDE 2000 versie A.
MSDE 2000 versie A bevat dezelfde correcties als MSDE 2000 SP3a, inclusief correcties voor problemen die worden veroorzaakt door de Slammer-worm. U hoeft MSDE 2000 SP3a niet toe te passen op MSDE 2000 versie A, of een upgrade uit te voeren van MSDE 2000 SP3a of SP3 naar MSDE 2000 versie A.
MSDE 2000 versie A verstrekt dezelfde versiegegevens als MSDE 2000 SP3a. Met @@VERSION en SERVERPROPERTY('ProductVersion') wordt het buildnummer 8.00.760 weergegeven. Met SERVERPROPERTY('ProductLevel') wordt SP3 weergegeven. Met @@VERSION en SERVERPROPERTY('Edition') wordt de editie weergegeven als Desktop Engine.
SQL Server 2000 Books Online is de primaire documentatieset voor MDSE 2000. De huidige versie van Books Online bevat bijgewerkte informatie over MSDE 2000. Huidige versies van Books Online zijn beschikbaar op de volgende locaties:
In juli 2003 is Books Online bijgewerkt met documentatie van nieuwe 'gedragingen' in MSDE 2000 SP3a. Deze documentatie is ook van toepassing op MSDE 2000 versie A en is momenteel alleen beschikbaar in de MSDN-bibliotheek.
In een nieuwe SQL Server 2000 Books Online-update, die zal worden gepubliceerd op de Books Online-downloadsite in december 2003 en in de MSDN-bibliotheek in januari 2004, komt aanvullende informatie beschikbaar. Deze update zal SQL Server 2000 Books Online (bijgewerkt - 2004) heten.
Aanvullende informatie over MSDE 2000 is beschikbaar op de Microsoft MSDE 2000-website.
Aangezien de functionaliteit van MSDE 2000 versie A dezelfde is als van MSDE 2000 SP3a, zijn documentatieverwijzingen naar MSDE 2000 SP3a ook van toepassing op MSDE 2000 versie A. Uitzonderingen zijn de MSDE 2000 SP3a-functies die niet worden ondersteund in MSDE 2000 versie A:
In alle SQL Server 2000-documentatie zijn verwijzingen naar de componenten van MSDE 2000 (de database-engine, verbindingscomponenten voor de databaseclient en de programmering van API's, replicatie en Data Transformations Services) ook van toepassing op MSDE 2000 versie A, behalve de functies die MSDE 2000 niet bevat.
Met de Setup.exe-versie van MSDE 2000 versie A wordt het bestand readme.txt van de oorspronkelijke versie van SQL Server 2000 geïnstalleerd. De informatie in dit exemplaar van readme.txt is niet relevant voor MSDE 2000 versie A. Gebruik het leesmij-bestand ReadmeMSDE2000A.htm voor MSDE 2000 versie A.
Voorbeelden voor de SQL Server 2000-database-engine die zijn bijgewerkt voor SP3 en SP3a, zijn beschikbaar vanaf deze Microsoft-website. Alle voorbeelden die verwijzen naar de SQL Server 2000-componenten in MSDE 2000 (de dataset-engine, verbindingscomponenten voor de databaseclient en de programmering van API's, replicatie en Data Transformations Services) ook van toepassing op MSDE 2000 versie A, behalve de functies die MSDE 2000 niet ondersteunt.
Alle informatie voor de MSDE 2000 versie A die niet op tijd beschikbaar was om in dit leesmij-bestand te worden opgenomen, zal worden gepubliceerd in het Microsoft Knowledge Base-artikel 829925.
MSDE 2000 versie A bevat alle correcties die in MSDE 2000 SP3a zijn opgenomen. De lijst met correcties in SQL Server 2000 SP3a is beschikbaar in Microsoft Knowledge Base-artikel 306908.
MSDE 2000 versie A bevat alle gepubliceerde SQL Server 2000 SP2-beveiligingsbulletins die in MSDE 2000 SP3a zijn opgelost.
Als u een MSDE 2000-hotfix hebt ontvangen na 14 oktober 2002, is deze hotfix waarschijnlijk niet opgenomen in MSDE 2000 versie A. Neem contact op met de primaire ondersteuningsaanbieder om dezelfde hotfix te verkrijgen voor MSDE 2000 versie A.
U moet ook de serverreplicatiecomponenten op Microsoft Internet Information Services-servers (IIS) bijwerken als u replicatietopologieën hebt of wilt bouwen die elk van beide items bevatten:
Er is een bijgewerkt installatieprogramma voor SQL Server CE Server Tools beschikbaar op deze Microsoft-website.
MSDE 2000 versie A is beschikbaar als zelfextraherend downloadbestand genaamd MSDE2000A.exe. Voer na het downloaden van MSDE2000A.exe het bestand uit op de computer om een reeks mappen en bestanden te maken op de vaste schijf of een netwerkshare. Als alle bestanden zijn geëxtraheerd, kunt u MSDE 2000 versie A installeren vanaf de mappen op de vaste schijf.
Volg de onderstaande richtlijnen als u installatiebestanden van MSDE 2000 versie A downloadt en extraheert:
Opmerking Wanneer u de installatiebestanden op een netwerkshare extraheert, is het pad naar de map die u opgeeft, gerelateerd aan de map met het zelfextraherende programma.
Opmerking Sommige bestanden in MSDE 2000 zijn systeembestanden. Als u de systeembestanden wilt weergeven, klikt u in Windows Verkenner in het menu Beeld op Opties, op de tab Beeld en schakelt u vervolgens het selectievakje Alle bestanden weergeven in.
Als u het bestand van MSDE 2000 versie A wilt downloaden, volgt u de onderstaande stappen:
Zodra u MSDE2000A.exe of LLL_MSDE2000A.exe hebt gedownload, moet u de installatiebestanden van MSDE 2000 versie A extraheren:
Als u MSDE 2000 versie A wilt installeren, volgt u de installatie-instructies in de volgende secties.
ALs uw exemplaar van MSDE 2000 versie A door een toepassing moet worden gebruikt, raadpleegt u eerst de leverancier van de toepassing of de betreffende documentatie om te controleren of de toepassing met MSDE 2000 versie A kan worden uitgevoerd.
Als u een Terminal Services-verbinding gebruikt om een nieuw exemplaar van MSDE 2000 versie A te installeren, kunnen zich problemen voordoen. Als dit gebeurt, start u Setup opnieuw vanaf de lokale computer zonder Terminal Services te gebruiken.
De documentation voor Desktop Engine Setup.exe staat in SQL Server 2000 Books Online. De recentste versie van SQL Server 2000 Books Online in de MSDN-bibliotheekdocumenten behandelt het gedrag van Desktop Engine Setup.exe in MSDE 2000 versie A. Zie 'Customizing Desktop Engine Setup.exe.'
In 'Customizing Desktop Engine Setup.exe' wordt de functionaliteit gedocumenteerd van de versie van Setup.exe in MSDE 2000 SP3a. Aangezien MSDE 2000 versie A dezelfde Setup.exe bevat, maar geen upgrades ondersteunt, worden in het onderwerp de volgende schakelopties en parameters beschreven die niet worden ondersteund door MSDE 2000 versie A: UPGRADE, UPGRADEUSER, UPGRADEPWD of /upgradesp.
Dit onderwerp wordt in de MSDN-versie van januari 2004 bijgewerkt. Zie 1.1 MSDE 2000-documentatie voor meer informatie over deze update van SQL Server 2000 Books Online.
In eerdere versies van 'Customizing Desktop Engine Setup.exe', zoals die in de oorspronkelijke versie van of SQL Server 2000 Books Online, wordt het gedrag beschreven van de oorspronkelijke versie van Desktop Engine Setup.exe, die verschilde van de versie van Desktop Engine Setup.exe in MSDE 2000 versie A.
Uw computer moet voldoen aan de hardware- en softwarevereisten voor SQL Server 2000 voordat u MSDE 2000 versie A gaat installeren.
In deze tabel ziet u de hardwarevereisten voor het installeren en uitvoeren van MSDE 2000.
Hardware | Minimale vereisten |
Computer | Intel Pentium of compatibel, 166 MHz of hoger |
Geheugen (RAM) | 128 MB op Windows XP
Minimaal 64 MB op Windows 2000 Minimaal 32 MB op alle andere besturingssystemen |
Vasteschijfruimte | 44 MB |
Station | Cd-rom-station |
MSDE 2000 heeft geen hardwarecompatibiliteitslijst (HCL, hardware compatibility list). Als uw computer voldoet aan de minimale vereisten in de voorafgaande tabel, werkt MSDE 2000-software op de hardware die is gecertificeerd voor gebruik met het Microsoft Windows-besturingssysteem. Zie de Microsoft Windows Hardware Compatibility List op deze Microsoft-website voor meer informatie over hardware die is gecertificeerd voor gebruik met het Windows-besturingssysteem.
Als u MSDE 2000 wilt gebruiken, moet een van de volgende besturingssystemen zijn geïnstalleerd:
Voor MSDE 2000 moet Microsoft Internet Explorer 5.0 of hoger zijn geïnstalleerd. Een minimale installatie is voldoende. Internet Explorer hoeft niet de standaardbrowser te zijn.
Behalve bij Windows 98 en Window Millennium Edition moet bestands- en printerdeling actief zijn om Desktop Engine Setup.exe te kunnen uitvoeren. Dit controleert u als volgt:
De installatie van MSDE 2000 versie A mislukt als een van de volgende beveiligingsbeleidsregels is ingesteld op Installatie niet toestaan:
Als u de instelling Installatie niet toestaan gebruikt, moet u deze wijzigen in Zonder bericht voltooien voordat u MSDE 2000 versie A installeert. Zo nodig kunt u het beleid terugzetten naar de vorige instelling nadat de installatie is voltooid.
Opmerking Installatie niet toestaan is niet de standaardinstelling voor deze beveiligingsbeleidsopties.
U stelt deze beleidsopties als volgt in:
Als u MSDE 2000 versie A installeert op een computer met Windows NT 4.0 SP6a, moet u de hotfix toepassen die wordt beschreven in Microsoft Knowledge Base-artikel 258437.
Voordat u MSDE 2000 versie A installeert op de Franse versie van Windows NT 4.0, moet u de instructies in het Knowledge Base-artikel 259484 uitvoeren.
U kunt MSDE 2000 versie A installeren zonder services uit te schakelen. Als u de services niet uitschakelt, wordt u echter gevraagd de computer opnieuw te starten nadat Setup is voltooid. Als u de computer niet opnieuw start, zullen de volgende services niet worden gestart:
U kunt de kans op een noodzakelijke herstart van de computer na installatie van MSDE 2000 versie A verkleinen door deze services en toepassingen uit te schakelen voordat u Setup uitvoert.
Voer Desktop Engine Setup.exe uit om MSDE 2000 versie A te installeren. Voorbeelden van gebruikelijke installatieprocedures vindt u in 3.4.4 Installatievoorbeelden voor MSDE 2000 versie A.
U kunt maximaal 16 exemplaren van MSDE 2000 en de SQL Server 2000-database-engine op dezelfde computer installeren. Eén exemplaar heeft geen naam en wordt het standaardexemplaar genoemd. De andere 15 moeten unieke exemplaarnamen hebben. Deze worden benoemde exemplaren genoemd. Als u een nieuw exemplaar van MSDE 2000 versie A installeert, gebruikt u de Desktop Engine Setup.exe-parameter INSTANCENAME om de naam van een benoemd exemplaar op te geven. Als u geen exemplaarnaam opgeeft, wordt geprobeerd een standaardexemplaar te installeren. Exemplaarnamen moeten de regels op deze Microsoft-webpagina volgen.
Geef niet de naam op van een bestaand exemplaar van MSDE 2000 of SQL Server 2000 als u MSDE 2000 versie A installeert. U kunt de bestaande exemplaren op de computer als volgt vinden:
In het rechterdeelvenster wordt een standaardexemplaar vermeld als service genaamd MSSQLSERVER. Benoemde exemplaren worden vermeld als services genaamd MSSQL$NaamExemplaar, waarbij NaamExemplaar de naam van het exemplaar is.
U kunt MSDE 2000 versie A alleen gebruiken voor het installeren van nieuwe exemplaren van MSDE 2000. Gebruik het niet om een upgrade uit te voeren op exemplaren van eerdere versies van MSDE 2000. Als u de versie MSDE 2000 versie A van Desktop Engine Setup.exe gebruikt, gebruik dan niet de volgende schakelopties of parameters: UPGRADE, UPGRADEUSER, UPGRADEPWD of /upgradesp. Gebruik SQL Server 2000 SP3a voor het uitvoeren van een upgrade op bestaande exemplaren van MSDE 2000 naar MSDE 2000 SP3a. Zie 1.0 Inleiding voor meer informatie over upgrades.
Start Desktop Engine Setup.exe altijd door Setup.exe uit te voeren. Probeer MSDE 2000 niet te installeren door direct een van de MSI-bestanden van MSDE 2000 op te roepen, bijvoorbeeld door te dubbelklikken op een van de MSI-bestanden van MSDE 2000. U moet Setup uitvoeren vanaf de opdrachtprompt en parameters opgeven om een exemplaar van MSDE te installeren of een upgrade daarvoor uit te voeren.
U kunt Desktop Engine Setup.exe uitvoeren vanaf uw vaste schijf, een netwerkshare of een cd-rom. Indien u uw eigen cd-rom maakt voor het installeren van MSDE 2000 versie A, moet het volumelabel op de cd-rom SQL2KSP3 zijn. Als u een onafhankelijke softwareleverancier (ISV, Independent Software Vendor) bent die een cd-rom maakt voor het distribueren van MSDE 2000 versie A als een component van uw toepassing, moet het volumelabel van de cd-rom gelijk zijn aan de eigenschap VolumeLabel in de tabel Media van het Windows Installer-pakket (*.msi).
U kunt de upgrade voor Desktop Engine alleen vanaf een cd-rom installeren als u Windows Installer versie 2.0.2600.0 of hoger gebruikt. MSDE 2000 versie A bevat zo nodig de vereiste bestanden voor het bijwerken van Windows Installer.
Een upgrade van Windows Installer uitvoeren
MSDE 2000 versie A bevat updates voor Microsoft Data Access Components (MDAC). Als u MSDE 2000 versie A installeert, wordt ook MDAC 2.7 SP1a geïnstalleerd, tenzij dezelfde of een nieuwere versie van MDAC wordt gedetecteerd.
Er zijn drie omstandigheden waaronder u zou moeten overwegen een aanvullende installatie uit te voeren van de MDAC-componenten voor of na de installatie van MSDE 2000 versie A:
Zie de Microsoft Data Access-downloadpagina voor meer informatie over MDAC 2.7 SP1a. Zie het Knowledge Base-artikel 822758 voor meer informatie over MDAC-versies. Correcties in deze versie van MDAC 2.7 SP1a zijn gedocumenteerd in het Knowledge Base-artikel 326848.
Als toepassingen op een andere computer geen verbinding hoeven te maken met uw exemplaar van MSDE 2000, heeft het exemplaar geen netwerkondersteuning nodig en kunt u deze ongebruikte bronnen beter uitschakelen. Desktop Engine Setup.exe ondersteunt standaard geen netwerkondersteuning bij de installatie van nieuwe exemplaren van MSDE 2000 versie A. U kunt de parameter DISABLENETWORKPROTOCOLS=0 gebruiken om netwerkondersteuning tijdens de installatie in te schakelen. U kunt ook netwerkondersteuning uitschakelen tijdens de installatie van een exemplaar van MSDE 2000 versie A en het exemplaar later opnieuw configureren om netwerkondersteuning in te schakelen. Zie het Microsoft Knowledge Base-artikel 814130 voor meer informatie over het uitschakelen en herstellen van de netwerktoegang.
Standaard wordt door Desktop Engine Setup.exe alleen een nieuw exemplaar van MSDE 2000 geïnstalleerd als u met de parameter SAPWD een sterk sa-wachtwoord opgeeft. U moet altijd een sterk wachtwoord aan de sa-aanmeldingsaccount toewijzen, tenzij de toepassing die het exemplaar van MSDE gebruikt, op een of andere manier afhankelijk is van een leeg sa-wachtwoord. Zelfs als het exemplaar van MSDE 2000 gebruikmaakt van Windows-verificatie, wordt de sa-aanmeldingsaccount onmiddellijk actief op het moment dat het exemplaar overschakelt naar gemengde modus. Voor onbevoegde toegang is een null-wachtwoord of een leeg, eenvoudig of bekend sa-wachtwoord voldoende. Zie het Microsoft Knowledge Base-artikel 322336 als u een sterk sa-wachtwoord moet opgeven voordat u een upgrade naar SP3a uitvoert voor een exemplaar van MSDE 2000.
Zie 'Security Rules' in SQL Server 2000 Books Online voor meer informatie over sterke wachtwoorden.
Gebruik voor zover mogelijk Windows-verificatie met het exemplaar van MSDE 2000 om de beveiliging te verbeteren. Overweeg over te schakelen van gemengde modus naar Windows-verificatiemodus in de volgende gevallen:
Zie het Microsoft Knowledge Base-artikel 322336 voor meer informatie over het overschakelen van een exemplaar van MSDE 2000 van gemengde modus naar Windows-verificatiemodus.
MSDE 2000 is bedoeld voor distributie met toepassingen en wordt geïnstalleerd door het setup-programma van de toepassing. Het hulpprogramma Desktop Engine Setup.exe wordt meestal aangeroepen door een setup-hulpprogramma van een toepassing, maar kan ook worden uitgevoerd vanuit een opdrachtpromptvenster. Het setup-hulpprogramma van MSDE 2000 heeft geen grafische gebruikersinterface. In plaats daarvan accepteert het hulpprogramma een reeks schakelopties en parameters waarmee de acties worden gedefinieerd die door het hulpprogramma moeten worden uitgevoerd.
U kunt MSDE 2000 versie A alleen gebruiken voor het installeren van nieuwe exemplaren van MSDE 2000. Gebruik het niet om een upgrade uit te voeren op exemplaren van eerdere versies van MSDE 2000. Als u de versie MSDE 2000 versie A van Desktop Engine Setup.exe gebruikt, gebruik dan niet de volgende schakelopties of parameters: UPGRADE, UPGRADEUSER, UPGRADEPWD of /upgradesp. Gebruik SQL Server 2000 SP3a voor het uitvoeren van een upgrade op bestaande exemplaren van MSDE 2000 naar MSDE 2000 SP3a. Zie 1.0 Inleiding voor meer informatie over upgrades.
In dit leesmij-bestand worden alleen de meestgebruikte Setup-parameters en -schakelopties behandeld. Alle schakelopties en parameters die worden ondersteund door Desktop Engine Setup.exe, zijn gedocumenteerd in 'Customizing Desktop Engine Setup.exe' in SQL Server 2000 Books Online. De versie van dit onderwerp waarin het gedrag van Desktop Engine Setup.exe in MSDE 2000 versie A wordt beschreven, staat op deze Microsoft-webpagina. Zie 1.1 MSDE 2000-documentatie voor meer informatie over setup-documentatie.
U moet de waarden van de setup-parameters van MSDE insluiten in dubbele aanhalingstekens als de opgegeven waarden speciale tekens bevatten zoals spaties. In alle andere gevallen zijn de aanhalingstekens optioneel.
De meeste installatie van MSDE 2000 versie A worden uitgevoerd met alleen de volgende Setup-parameters:
Parameter | Beschrijving |
SAPWD="Sterkwachtwoord" | Hiermee wordt opgegeven dat een sterk wachtwoord moet worden toegewezen aan de sa-beheerdersaccount. |
INSTANCENAME="NaamExemplaar" | Hiermee wordt de naam van het exemplaar opgegeven. Als INSTANCENAME niet wordt opgegeven, wordt een standaardexemplaar geïnstalleerd. |
Andere parameters die vaak worden gebruikt voor een aangepaste installatie, zijn:
Parameter | Beschrijving |
DISABLENETWORKPROTOCOLS=n | Hiermee wordt opgegeven of het exemplaar netwerkverbindingen accepteert van toepassingen die op andere computers worden uitgevoerd. Standaard, of als u DISABLENTWORKPROTOCOL=1 opgeeft, wordt het exemplaar geconfigureerd om geen netwerkverbindingen te accepteren. Geef DISABLENETWORKPROTOCOLS=0 op om netwerkverbindingen in te schakelen. |
SECURITYMODE=SQL | Hiermee wordt opgegeven dat het exemplaar moet worden geïnstalleerd in gemengde modus, waarbij het exemplaar aanmeldingsaccounts met zowel Windows-verificatie als SQL-verificatie ondersteunt. |
DATADIR="gegevens_map_pad" | Hiermee wordt de map opgegeven waar de systeemdatabases, foutenlogboeken en installatiescripts worden geïnstalleerd. De opgegeven waarde voor gegevens_map_pad moet eindigen met een backslash (\). Bij een standaardexemplaar wordt MSSQL\ aan de opgegeven waarde toegevoegd. Bij een benoemd exemplaar wordt MSSQL$NaamExemplaar\ toegevoegd, waarbij NaamExemplaar de waarde is die is opgegeven bij de parameter INSTANCENAME. In Setup worden drie mappen gemaakt op de opgegeven locatie: een gegevensmap, een logboekmap en een scriptmap. |
TARGETDIR="uitvoerbaar_map_pad" | Hiermee wordt de map opgegeven waar de uitvoerbare bestanden van MSDE 2000 worden geïnstalleerd. De opgegeven waarde voor uitvoerbaar_map_pad moet eindigen met een backslash (\). Bij een standaardexemplaar wordt MSSQL\Binn aan de opgegeven waarde toegevoegd. Bij een benoemd exemplaar wordt MSSQL$NaamExemplaar\Binn toegevoegd, waarbij NaamExemplaar de waarde is die is opgegeven bij de parameter INSTANCENAME. |
Als u DISABLENETWORKPROTOCOLS=0 gebruikt om netwerkondersteuning in te schakelen voor een exemplaar van MSDE 2000, wordt door toepassingen die via een netwerk verbinding maken met het exemplaar, gebruikgemaakt van Microsoft Data Access Components (MDAC). Alle versies van Windows die worden ondersteund voor gebruik met MSDE 2000 bevatten een versie van de MDAC-software die werkt met MSDE 2000 versie A. Zie deze Microsoft-webpagina voor meer informatie over netwerkcommunicatie.
Desktop Engine Setup.exe-parameters kunnen op twee plaatsen worden opgegeven:
Belangrijk Als u een INI-bestand gebruikt tijdens de installatie, kunt u beter geen referenties in het INI-bestand opslaan.
In dit voorbeeld worden de parameters op de opdrachtprompt opgegeven:
setup SAPWD="SterkSAWwd" INSTANCENAME="NaamExemplaar" TARGETDIR="C:\MyInstanceFolder"
Als u Setup wilt uitvoeren met dezelfde parameters en met een INI-bestand, gebruikt u Kladblok om een bestand te maken genaamd MijnParameters met de volgende inhoud:
[Options] INSTANCENAME="NaamExemplaar" TARGETDIR="C:\MijnExemplaarMap"
Voer vervolgens Setup uit met de schakeloptie /settings om het INI-bestand aan te wijzen:
setup /settings "MijnParameters.ini" SAPWD="SterkSAWwd"
U hebt een beschrijvend logboek nodig om te controleren of de installatie is gelukt, of als hulp bij het oplossen van eventuele problemen.
Als u een beschrijvend logboek wilt genereren, geeft u /L*v <NaamLogboekbestand> op. <NaamLogboekbestand> is de naam van een logboekbestand waarin alle acties van Setup worden vastgelegd. Als u geen pad opgeeft als onderdeel van de naam, wordt het logboekbestand gemaakt in de huidige map. Als u Setup uitvoert vanaf een cd-rom, moet u het volledige pad naar een map op de vaste schijf van de computer opgeven.
In het volgende voorbeeld wordt een logboekbestand MSDELog.log gemaakt in de hoofdmap van station C:
setup SAPWD="SterkSAWwd" /L*v C:/MSDELog.log
Als de installatie lukt, vindt u aan het eind van het logboek een vermelding zoals de onderstaande:
=== Logging stopped: 5/16/03 0:06:10 ===MSI (s) (BC:7C): Product: Microsoft SQL Server Desktop Engine -- Installation operation completed successfully.
Als de installatie mislukt, vindt u aan het eind van het logboek een vermelding zoals de onderstaande:
=== Logging stopped: 5/15/03 23:50:34 ===MSI (c) (6A:CE): Product: Microsoft SQL Server Desktop Engine -- Installation operation failed.
Als de installatie mislukt, zoekt u in het foutenlogboek naar de tekenreeks 'value 3' (waarde 3). Binnen 10 regels van deze tekenreeks staat een vermelding van de fout voor een aangepaste actie. De vermelding bevat aanvullende informatie over de aard van de fout.
De voorbeelden in deze sectie illustreren hoe u gebruikelijke installaties van MSDE 2000 versie A kunt uitvoeren.
In de voorbeelden worden nieuwe exemplaren geïnstalleerd van MSDE 2000 versie A die zijn geconfigureerd met een uitgeschakelde netwerkverbinding. Als door het exemplaar verbindingen van toepassingen op andere computers moeten worden geaccepteerd, geeft u ook DISABLENETWORKPROTOCOLS=0 op.
Met deze voorbeelden worden exemplaren geïnstalleerd met standaardwaarden voor alle configuratie-instellingen zoals bestandslocaties. De configuraties kunnen worden bestuurd met Setup-parameters zoals DATADIR en TARGETDIR. Zie 'Customizing Desktop Engine Setup.exe' in SQL Server 2000 Books Online voor meer informatie over de configuratieparameters die u voor Setup kunt opgeven. De versie van dit onderwerp waarin het gedrag van Desktop Engine Setup.exe in MSDE 2000 versie A wordt beschreven, staat op deze webpagina. Zie 1.1 MSDE 2000-documentatie voor meer informatie over Setup-documentatie.
Een nieuw exemplaar van Desktop Engine installeren
cd c:\MSDE2000Amap\MSDE
waarbij c:\MSDE2000Amap het pad is naar de map waar de bestanden van MSDE 2000 versie A zijn geëxtraheerd.
setup SAPWD="SterkSAWwd"
SterkSAWwd is een sterk wachtwoord dat aan de sa-aanmeldingsaccount moet worden toegewezen.
setup INSTANCENAME="NaamExemplaar" SAPWD="SterkSAWwd"
SterkSAWwd is een sterk wachtwoord dat aan de sa-aanmeldingsaccount moet worden toegewezen en NaamExemplaar is de naam die aan het exemplaar wordt toegewezen.
setup SAPWD="SterkSAWwd" SECURITYMODE=SQL
SterkSAWwd is een sterk wachtwoord dat aan de sa-aanmeldingsaccount moet worden toegewezen.
setup INSTANCENAME="NaamExemplaar" SECURITYMODE=SQL SAPWD="SterkSAWwd"
SterkSAWwd is een sterk wachtwoord dat aan de sa-aanmeldingsaccount moet worden toegewezen en NaamExemplaar is de naam die aan het exemplaar wordt toegewezen.
Belangrijk Als u een INI-bestand gebruikt tijdens de installatie, kunt u beter geen referenties in het INI-bestand opslaan.
Belangrijk Geef altijd een sterk wachtwoord op voor de sa-aanmeldingsaccount, ook als het exemplaar wordt geconfigureerd voor Windows-verificatiemodus.
Als Setup is voltooid, wordt u mogelijk gevraagd het systeem opnieuw te starten. Nadat het systeem opnieuw is opgestart (of nadat Setup is beëindigd zonder dat u is gevraagd opnieuw op te starten), controleert u met het onderdeel Services van het Configuratiescherm of alle services die u hebt gestopt voordat u het service pack hebt toegepast, actief zijn. Hiertoe behoren services zoals MS DTC en Microsoft Search, MSSQLServer, MSSQLServerOLAPService en SQLServerAgent en de gelijkwaardige services daarvan voor het specifieke exemplaar.
In deze sectie worden functies besproken die niet zijn gedocumenteerd in de recentste versies van SQL Server 2000 Books Online. Deze functies zijn oorspronkelijk gemaakt voor de MSDE 2000-componenten als onderdeel van SQL Server 2000 service packs en zijn nog niet toegevoegd aan SQL Server 2000 Books Online. Sommige van deze items vermelden het service pack waarin ze oorspronkelijk zijn ingevoerd.
Alle informatie voor de MSDE 2000 versie A die niet op tijd beschikbaar was om in dit leesmij-bestand te worden opgenomen, zal worden gepubliceerd in het Microsoft Knowledge Base-artikel 829925.
De volgende verbeteringen zijn van toepassing op de database-engine in MSDE 2000 versie A.
Voor gedistribueerde query's worden in MSDE 2000 versie A behalve de serverfoutgegevens (zoals in eerdere versies van MSDE 2000) ook foutgegevens van de aanbieder geretourneerd. Als een query tussen gekoppelde servers tot een fout leidt, wordt gecontroleerd of de aanbieder de OLE DB-interface IErrorRecords ondersteunt. Als deze interface wordt ondersteund, wordt de functie GetErrorInfo opgeroepen om aanvullende foutgegevens van de aanbieder te verkrijgen. Deze gegevens worden naar de gebruiker geretourneerd als deel van het foutbericht. Als de interface IErrorRecords niet wordt ondersteund, is er geen wijziging in het gedrag van MSDE 2000: MSDE 2000 retourneert een generische fout.
Voer bijvoorbeeld de volgende query uit op een server die gebruikmaakt van MSDASQL en die sql_variant niet ondersteunt:
SELECT * FROM remote2k.dqtable.dbo.sqlvariantnotnull --Remote2k is a loopback server.
Vóór SP3 retourneerde MSDE 2000 het volgende foutbericht:
Server: Msg 7356, Level 16, State 1, Line 1OLE DB provider 'msdasql' supplied inconsistent metadata for a column. Metadata information was changed at execution time.
MSDE 2000 SP3 of later, inclusief MSDE 2000 versie A, retourneert het volgende foutbericht:
Server: Msg 7356, Level 16, State 1, Line 1OLE DB provider 'msdasql' supplied inconsistent metadata for a column. Metadata information was changed at execution time.OLE DB error trace [Non-interface error: Column 'sql_variant' (compile-timeordinal 3) of object '"dqtable"."dbo"."sqlvariantnotnull"' was reported to have a DBCOLUMNFLAGS_ISFIXEDLENGTH of 16 at compile time and 0 at run time].
De functionaliteit voor foutopsporing van opgeslagen procedures met Microsoft Visual Studio® 6.0 en eerder of met SQL Server Query Analyzer vóór SP3 is standaard uitgeschakeld in MSDE 2000 versie A. Foutopsporing in toepassingen (stoppen bij een onderbrekingspunt van SQL Server Transact-SQL tijdens foutopsporing van een clienttoepassing) is eveneens standaard uitgeschakeld. Als u de functionaliteit voor foutopsporing wilt inschakelen, voert u sp_sdidebug uit en geeft u de parameter legacy_on door. Als u foutopsporing wilt uitschakelen, geeft u legacy_off door aan deze procedure.
Opmerking Het uitvoeren van de opgeslagen procedure sp_sdidebug op productieservers wordt niet aanbevolen.
Zie het Microsoft Knowledge Base-artikel 328151 voor meer informatie.
In deze sectie worden verbeteringen besproken in SQL Server 2000 die in MSDE 2000 versie A zijn opgenomen.
Bij transactionele replicatie worden instructies UPDATE over het algemeen gerepliceerd als updates. Als bij de update echter een kolom wordt gewijzigd die onderdeel uitmaakt van een unieke index of geclusterde index of van een expressie die als beperking UNIQUE wordt gebruikt, wordt de update op de abonneeserver uitgevoerd als een instructie DELETE gevolgd door een instructie INSERT. Dit wordt gedaan omdat bij dit type update meerdere rijen kunnen worden gewijzigd en een inbreuk op de uniciteit kan optreden als de updates per rij worden uitgevoerd.
Als de update op slechts één rij betrekking heeft, kan een dergelijke inbreuk niet optreden. Daarom is traceervlag 8207 aan Sp1 of hoger toegevoegd. Met deze vlag wordt ervoor gezorgd dat updates op unieke kolommen die slechts op één rij betrekking hebben, als UPDATE-instructies kunnen worden gerepliceerd. Deze optimalisatie is specifiek toegevoegd voor toepassingen die door de gebruiker gedefinieerde UPDATE-triggers installeren op de abonneeserver en vereisen dat deze triggers worden geactiveerd voor updates die op slechts één rij op een unieke kolom betrekking hebben.
Als u traceervlag 8207 wilt gebruiken, schakelt u deze in vanaf de opdrachtprompt (sqlservr.exe -T8207
) of tijdens runtime met DBCC TRACEON(8207, -1) voordat de agent voor logboekweergave is gestart.
Belangrijk Traceervlag 8207 is in de eerste plaats bedoeld voor alleen-lezen transactionele replicatie. Gebruik deze traceervlag niet voor abonnementen die kunnen worden bijgewerkt als de instructie UPDATE voor de primaire sleutel op de abonneeserver kan optreden.
U kunt een niet-unieke geclusterde index maken voor een tabel, nadat deze is gepubliceerd voor transactionele replicatie. Voordat u de index maakt, moet u eerst alle publicaties die deze tabel bevatten, loskoppelen.
Wijzig de eigenaar van een gepubliceerde database in de ingebouwde sa-beheerdersaccount voordat u de database koppelt of terugzet als:
Als aan deze drie voorwaarden is voldaan, moet u de opgeslagen procedure sp_changedbowner uitvoeren voor de gekoppelde of teruggezette database. Wijs eigendom toe aan de sa-aanmeldingsaccount om ervoor te zorgen dat de replicaties goed functioneert.
Opmerking U moet lid zijn van de vaste serverrol sysadmin om sp_changedbowner te kunnen uitvoeren.
In deze sectie worden verbeteringen besproken in SQL Server Agent die in MSDE 2000 versie A zijn opgenomen.
De SQL Server Agent Job History houdt nu de Windows-account bij waaronder elke taakstap wordt uitgevoerd. Met deze informatie kunnen systeembeheerders beveiligingsproblemen met geplande taken vaststellen, inclusief geplande taken die zijn gedefinieerd voor replicatietaken en DTS-taken (Data Transformation Services).
SQL Server controleert nu of de eigenaar van de Agent-taak gemachtigd is om voor elke taak het uitvoerlogboekbestand te overschrijven of er gegevens aan toe te voegen. Dit gebeurt op drie manieren:
In alle gevallen worden taken geschreven met SQL Server Agent-referenties, maar SQL Server test nu om te controleren of de gebruiker gemachtigd is om te schrijven naar de geselecteerde locatie voor het taakuitvoerlogboekbestand op de server. In de taakgeschiedenis worden fouten weergegeven, maar de taakstappen mislukken niet als het logboekbestand niet kan worden geschreven.
In de 32-bits versie van SQL Server 2000 kunt u in de configuratie van SQL Server Agent Mail opgeven dat een Extended MAPI-e-mailprofiel wordt gebruikt voor het verzenden van e-mailwaarschuwingen. Met een Extended MAPI-e-mailtoepassing, zoals Microsoft Outlook, kunt u een Extended MAPI-profiel maken. In de 64-bits versie van SQL Server 2000 kunnen door SQL Server Agent Mail alleen met een Simple MAPI-profiel e-mailwaarschuwingen worden verzonden. Gebruik Simple MAPI-profielen niet voor de 32-bits versie van SQL Server 2000.
De API's DB-Library en Embedded SQL for C worden nog ondersteund in SQL Server 2000 (inclusief MSDE 2000 versie A), maar de bestanden die nodig zijn voor het programmeren van toepassingen die deze API's gebruiken, worden niet meer opgenomen in toekomstige versies van SQL Server. Verbindingen van bestaande toepassingen die zijn geschreven met DB-Library en Embedded SQL for C worden nog steeds ondersteund in de volgende versie van SQL Server, maar in een toekomstige versie zal deze ondersteuning niet meer worden geboden. Als u nieuwe toepassingen schrijft, kunt u deze componenten dus beter niet meer gebruiken. Als u bestaande toepassingen wijzigt, raden we u aan alle manieren waarop deze technologieën worden gebruikt, te verwijderen. In plaats van DB-Library of Embedded SQL for C kunt u ADO, OLE DB of ODBC gebruiken om toegang te krijgen tot gegevens die in SQL Server zijn opgeslagen. Zie SQL Server Books Online voor meer informatie over deze technologieën.