Microsoft .NET Framework 3.0

Opmerking   Voor het beste resultaat dient u de installatie uit te voeren op een computer waarop geen vooruitgave van .NET Framework 3.0 is geïnstalleerd. Als op uw computer wel een vooruitgave is geïnstalleerd, moet u deze in de juiste volgorde verwijderen om te zorgen voor een schone installatie. Voer deze instructies voor het verwijderen uit om alle delen van vooruitgaven te verwijderen voordat u deze versie installeert. Raadpleeg ook sectie 2.8 verderop voor aanvullende informatie over systemen met vooruitgaven van Framework.

Inhoudsopgave

1. Systeemvereisten voor de installatie van .NET Framework 3.0
2. Bekende problemen bij de installatie van .NET Framework 3.0
3. Procedures bij problemen met het downloaden
4. Bekende problemen met Windows Communication Foundation
5. Bekende problemen met Windows Workflow Foundation 
6. Bekende problemen met Windows Presentation Foundation 

 

1. Systeemvereisten voor de installatie van .NET Framework 3.0

Processor Minimaal:
  • 400 megahertz (MHz) Pentium-processor

Aanbevolen:

  • 1 gigahertz (GHz) Pentium-processor
Besturingssysteem .NET Framework 3.0  kan worden geïnstalleerd op de volgende systemen:
  • Microsoft Windows 2003 Server Service Pack 1 (SP1)
  • Windows XP SP2
  • Windows Vista *

*.NET Framework 3.0 wordt meegeleverd met Windows Vista. Er is in dat geval geen afzonderlijk installatiepakket vereist. De zelfstandige .NET Framework 3.0-pakketten worden niet ondersteund door Vista.

RAM Minimaal:
  • 96 megabytes (MB)

Aanbevolen:

  • 256 MB
Vaste schijf Er kan tot 500 MB schijfruimte nodig zijn.
Cd- of dvd-station Niet vereist
Beeldscherm Minimaal:
  • 800 x 600, 256 kleuren

Aanbevolen:

  • 1024 x 768, hoge kleuren, 32 bits
Muis Niet vereist

Installatiestation

Wanneer u het installatieprogramma van .NET Framework 3.0 start, wordt de installatie standaard uitgevoerd in het systeemstation. Dit is het station van waaruit het systeem wordt opgestart. Zorg ervoor dat de vereiste hoeveelheid ruimte (tot 500 MB) beschikbaar is in het systeemstation.

 

2. Bekende problemen bij de installatie van .NET Framework 3.0

2.1 Fout bij het downloaden en installeren van .NET Framework 3.0.

Het downloaden en installeren van .NET Framework 3.0 wordt van tijd tot tijd onderbroken met een foutmelding.

U kunt dit probleem als volgt oplossen:

Voer dotnetfx3setup.exe opnieuw uit vanaf de website en probeer vervolgens opnieuw te downloaden. Klik hier voor meer informatie over het oplossen van problemen met downloaden.

– OF –

Installeer het volledige herdistributiepakket dotnetfx3.exe (x86) of dotnetfx3_x64.exe (x64). Deze herdistributiepakketten vindt u op de downloadlocatie van .NET Framework 3.0.

 

2.2 Antivirustoepassingen die zijn geconfigureerd om de map Temp leeg te maken, leiden ertoe dat de installatie mislukt als tijdens de installatie opnieuw moet worden opgestart.

Als het systeem tijdens de installatie opnieuw moet worden opgestart en de antivirustoepassing is ingesteld om de map Temp leeg te maken bij het opstarten, worden benodigde installatiebestanden verwijderd en mislukt de installatie. Er wordt een foutbericht weergegeven dat het programma niet is gevonden.

U kunt dit probleem als volgt oplossen:

Wijzig de configuratie van uw antivirustoepassingen zodanig dat de map Temp niet wordt leeggemaakt wanneer het systeem (opnieuw) wordt opgestart voordat u de installatie van .NET Framework 3.0 uitvoert. Raadpleeg de documentatie bij uw antivirustoepassingen voor de stappen die u hiervoor moet uitvoeren.

 

2.3 Het starten van de onderhoudsmodus via het onderdeel Software kan enkele minuten duren, waardoor de indruk ontstaat dat de installatie is mislukt.

Als er andere processen, zoals scansoftware voor virussen, worden uitgevoerd wanneer u de onderhoudsmodus start, kan de installatie hierdoor aanzienlijk worden vertraagd en lijkt het alsof de installatie is mislukt.

U kunt dit probleem als volgt oplossen:

Wees geduldig. Er is geen manier om dit probleem te omzeilen. De installatie is niet mislukt.

 

2.4 Het onderdeel Software bevat geen vermelding om de installatie van Windows Workflow Foundation ongedaan te maken.

Het is mogelijk dat tijdens de installatie van .NET Framework 3.0 een foutbericht wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd Windows Workflow Foundation te verwijderen, terwijl het onderdeel Software geen vermelding bevat waarmee de installatie van Windows Workflow Foundation ongedaan kan worden gemaakt.

U kunt dit probleem als volgt oplossen:

Voer het hulpprogramma voor verwijdering uit op: http://www.microsoft.com/downloads/details.aspx?FamilyId=AAE7FC63-D405-4E13-909F-E85AA9E66146

 

2.5 De gelokaliseerde versie van MSXML6 wordt overschreven door de installatie van .NET Framework 3.0

Als u met Windows XP SP2 of Windows 2003 SP1 werkt en een gelokaliseerde versie van MSXML6 hebt die eerder is geïnstalleerd, wordt deze gelokaliseerde versie door de installatie van .NET Framework 3.0 overschreven door de Engelse versie van MXSML6.

U kunt dit probleem als volgt oplossen:

Installeer de gelokaliseerde versie van MSXML6 opnieuw nadat u .NET Framework 3.0 hebt geïnstalleerd.

 

2.6 Er treedt een installatiefout op bij de installatie van .NET Framework 3.0-pakketten onder Vista

.NET Framework 3.0 wordt meegeleverd met Windows Vista. Er is in dat geval geen afzonderlijk installatiepakket nodig. De zelfstandige .NET Framework 3.0-pakketten worden niet ondersteund door Vista.

 

2.7 Problemen die kunnen optreden bij een upgrade van een vooruitgave van .NET Framework 3.0 (voorheen WinFX 3.0)

In deze sectie worden problemen beschreven die kunnen optreden wanneer u eerder een vooruitgave van .NET Framework 3.0 (CTP- en bètaversie) hebt geïnstalleerd en u deze wilt verwijderen om een upgrade uit te voeren naar de RTM-versie. 

Voer het hulpprogramma voor verwijdering uit
Het .NET Framework 3.0-hulpprogramma voor verwijdering is beschikbaar op http://www.microsoft.com/downloads/details.aspx?FamilyId=AAE7FC63-D405-4E13-909F-E85AA9E66146. Veel problemen met het verwijderen van installaties worden opgelost met dit hulpprogramma. Daarom is dit altijd de beste eerste stap bij het oplossen van problemen met het verwijderen en opnieuw installeren van de software. Op de downloadpagina vindt u details over het gebruik van het hulpprogramma.

Raadpleeg de sectie Bekende problemen en tijdelijke oplossingen hieronder voor mogelijke oplossingen wanneer u het hulpprogramma niet kunt uitvoeren of het probleem hiermee niet wordt opgelost.

Opmerking: Deze installatieproblemen treden alleen op als u op uw systeem een vroege vooruitgave van .NET Framework 3.0 hebt geïnstalleerd vóórdat u de RTM-versie installeert. De problemen die dit gedrag kunnen veroorzaken, zijn verholpen in recente vooruitgaven van .NET Framework.


Bekende problemen en tijdelijke oplossingen

2.7.1“Microsoft Digital Identity Service” (idsvc) is niet verwijderd bij het ongedaan maken van de installatie

Bij het ongedaan maken van de installatie worden door bepaalde vooruitgaven van .NET Framework 3.0 niet alle gemaakte services op de juiste wijze verwijderd. De installatie van .NET Framework 3.0 wordt geblokkeerd door de aanwezigheid van deze services. De installatie mislukt dan met de volgende fout:
ERROR_INSTALL_FAILURE 1603 Onherstelbare fout tijdens de installatie
Bovendien wordt in een van de %temp%\dd_wcf_retCA*.txt-logboekbestanden het volgende weergegeven:

ServiceModelReg [15:48:08:041]: Installing: Microsoft Digital Identity Service (idsvc)
ServiceModelReg [15:48:08:073]: Error: System.ComponentModel.Win32Exception: The name is already in use as either a service name or a service display name 

U kunt dit probleem als volgt oplossen:

Voer het hulpprogramma voor verwijdering uit op: http://www.microsoft.com/downloads/details.aspx?FamilyId=AAE7FC63-D405-4E13-909F-E85AA9E66146

Als het probleem hiermee niet wordt opgelost, gaat u als volgt te werk:
Open een opdrachtprompt.

  1. Klik op Start.
  2. Klik op Alle programma's.
  3. Klik op Bureau-accessoires.
  4. Klik op Opdrachtprompt.
  5. Typ het volgende achter de opdrachtprompt:
    sc delete “InfoCard Service”
  6. Start de computer opnieuw op.
  7. Start de installatie van .NET Framework 3.0 opnieuw.

2.7.2 Sommige WCF Perf Counter-registersleutels worden niet verwijderd bij het ongedaan maken van de installatie van bepaalde vooruitgaven van .NET Framework 3.0

Bij sommige vooruitgaven van .NET Framework 3.0 worden niet alle perf counter-registersleutels verwijderd wanneer de installatie ongedaan wordt gemaakt. Door de aanwezigheid van deze sleutels wordt de installatie van .NET Framework 3.0 geblokkeerd. De installatie mislukt dan met de volgende fout:
        “ERROR_INSTALL_FAILURE 1603 Onherstelbare fout tijdens de installatie”
Na het ongedaan maken van de installatie zijn de volgende sleutels mogelijk nog aanwezig in het register:
• HKEY_LOCAL_MACHINE\SYSTEM\CurrentControlSet\Services\MSDTC Bridge 3.0.0.0\Performance
• HKEY_LOCAL_MACHINE\SYSTEM\CurrentControlSet\Services\ServiceModelEndpoint 3.0.0.0\Performance
• HKEY_LOCAL_MACHINE\SYSTEM\CurrentControlSet\Services\ServiceModelOperation 3.0.0.0\Performance
• HKEY_LOCAL_MACHINE\SYSTEM\CurrentControlSet\Services\ServiceModelService 3.0.0.0\Performance
• HKEY_LOCAL_MACHINE\SYSTEM\CurrentControlSet\Services\SMSvcHost 3.0.0.0\Performance  

U kunt dit probleem als volgt oplossen:

Voer het hulpprogramma voor verwijdering uit op: http://www.microsoft.com/downloads/details.aspx?FamilyId=AAE7FC63-D405-4E13-909F-E85AA9E66146

Als het probleem hiermee niet wordt opgelost, gaat u als volgt te werk:
1. Start het systeem opnieuw op. De prestatiemeters kunnen door een groot aantal problemen worden gedestabiliseerd. Enkele van deze problemen kunnen worden opgelost door het systeem opnieuw op te starten. Dit is veiliger dan het register handmatig te bewerken.
2. Als het probleem hiermee nog steeds niet is opgelost, gaat u als volgt te werk:
    a. Controleer de volgende registersleutels. Verwijder de bovenliggende registersleutels van de volgende sleutels die leeg zijn of waarvan de waarde “Wbem*” bevat:
        • HKEY_LOCAL_MACHINE\SYSTEM\CurrentControlSet\Services\MSDTC Bridge 3.0.0.0\Performance
        • HKEY_LOCAL_MACHINE\SYSTEM\CurrentControlSet\Services\ServiceModelEndpoint 3.0.0.0\Performance
        • HKEY_LOCAL_MACHINE\SYSTEM\CurrentControlSet\Services\ServiceModelOperation 3.0.0.0\Performance
        • HKEY_LOCAL_MACHINE\SYSTEM\CurrentControlSet\Services\ServiceModelService 3.0.0.0\Performance
        • HKEY_LOCAL_MACHINE\SYSTEM\CurrentControlSet\Services\SMSvcHost 3.0.0.0\Performance
    b. Als de volgende sleutel bijvoorbeeld leeg is:
        HKEY_LOCAL_MACHINE\SYSTEM\CurrentControlSet\Services\ServiceModelEndpoint 3.0.0.0\Performance
        verwijdert u:
        HKEY_LOCAL_MACHINE\SYSTEM\CurrentControlSet\Services\ServiceModelEndpoint 3.0.0.0”
 

2.7.3 Verlopen vermeldingen in Machine.config die verwijzen naar versie 2.0.0.0 van .NET Framework 3.0-assembly's blokkeren de installatie

Bij sommige vooruitgaven van .NET Framework 3.0 worden niet alle vermeldingen in Machine.config verwijderd wanneer de installatie ongedaan wordt gemaakt. Vermeldingen die verwijzen naar versie 2.0.0.0 van “System.ServiceModel.dll” in het bestand Machine.config blokkeren de installatie van .NET Framework 3.0. De installatie mislukt dan met de volgende fout:
    “ERROR_INSTALL_FAILURE 1603 Onherstelbare fout tijdens de installatie”
Bovendien gebeurt het volgende:
1. In het logboek voor toepassingsgebeurtenissen wordt een fout weergegeven die verwijst naar problemen met de uitvoering van ServiceModelReg.exe.
2. Het logboekbestand van de installatie met de naam “dd_wcf_retCA*” in de map %temp% van de gebruiker bevat een vermelding die betrekking heeft op problemen met de uitvoering van ServiceModelReg.exe.
3. De vermelding in het gebeurtenislogboek of de vermelding in het installatielogboek kan een uitzondering hebben met de volgende strekking (de tijdstempel kan variëren):
ServiceModelReg [16:21:10:656]: Error: System.IO.FileLoadException: Could not load file or assembly 'System.ServiceModel, Version=2.0.0.0, Culture=neutral, PublicKeyToken=b77a5c561934e089' or one of its dependencies. The located assembly's manifest definition does not match the assembly reference. (Exception from HRESULT: 0x80131040)  

U kunt dit probleem als volgt oplossen:

Verwijder de verlopen vermeldingen handmatig uit het bestand Machine.config:
1. Voer vanuit een opdrachtvenster de opdracht “notepad %windir%\microsoft.net\framework\v2.0.50727\config\machine.config” uit.
2. Verwijder alle XML-knooppunten en onderliggende knooppunten die verwijzen naar System.ServiceModel.dll.
3. Als u werkt met een 64-bits computer waarop het volgende config-bestand bestaat:

“%windir%\Microsoft.NET\Framework64\v2.0.50727\config\machine.config”

verwijdert u uit dit bestand alle XML-knooppunten en onderliggende knooppunten die verwijzen naar System.ServiceModel.dll.
 

2.7.4 WCF-services zijn mogelijk niet toegankelijk wanneer eerder een oudere versie dan RC1 van WCF is geïnstalleerd

Als u een eerdere versie van .NET Framework 3.0 hebt geïnstalleerd terwijl IIS was geïnstalleerd en u vervolgens een upgrade uitvoert naar de RTM-versie van .NET Framework 3.0, krijgt u mogelijk met SVC-bestanden geen toegang tot WCF-services die door IIS worden gehost. Als op computers waarop Windows Server 2003 wordt uitgevoerd, vanuit de browser een SVC-extensie wordt benaderd, kan de fout “404: Pagina niet gevonden” worden weergegeven. Op computers waarop Windows XP wordt uitgevoerd, kan de SVC-inhoud worden weergegeven als tekst zonder opmaak.

Dit is het gevolg van een probleem met de registratie van WCF-scripttoewijzingen in een vorige versie.  

U kunt dit probleem als volgt oplossen:

Er zijn drie manieren om het probleem op te lossen:
1. Download het niet-ondersteunde hulpprogramma CleanIISScriptMaps.exe van http://wcf.netfx3.com/files/folders/product_team/entry5648.aspx. Voer dit hulpprogramma zonder argumenten uit vanaf een opdrachtconsole.
2. Verwijder IIS en installeer het opnieuw of maak uw websites opnieuw:
a. Verwijder IIS en installeer het opnieuw zodat de IIS-metabase wordt vernieuwd. Voer vervolgens het WCF-installatieprogramma handmatig uit om de WCF-scripttoewijzingen opnieuw te registreren:

“%windir%\Microsoft.NET\Framework\v3.0\Windows Communication Foundation\ServiceModelReg.exe” /r /y
b. Als u Windows 2003 Server uitvoert, kunt u het probleem mogelijk oplossen door de “Standaardwebsite” te verwijderen en opnieuw te maken.
3. Installeer SVC handmatig als tijdelijke oplossing:
a. U kunt de volgende opdracht uitvoeren om SVC-toewijzing handmatig te installeren. Hiermee wordt echter de IIS-metabase voor bestaande sites vernieuwd:
"%windir%\Microsoft.NET\Framework\v3.0\Windows Communication Foundation\ServiceModelReg.exe" /s:W3SVC
 

2.7.5 Wanneer de IIS-metabase is beschadigd, wordt de installatie van .NET Framework 3.0 geblokkeerd

Als u een eerdere versie van .NET Framework 3.0 hebt geïnstalleerd terwijl IIS was geïnstalleerd, is de IIS-metabase mogelijk beschadigd. Hierdoor kan de installatie van .NET Framework 3.0 worden geblokkeerd.
U kunt op de volgende manieren achterhalen of dit het geval is:
1. De installatie mislukt met de volgende fout:
“ERROR_INSTALL_FAILURE 1603 Onherstelbare fout tijdens de installatie”
2. In het logboek voor toepassingsgebeurtenissen wordt een fout weergegeven die aangeeft dat WCF-scripttoewijzingen niet zijn geregistreerd. De bron van de gebeurtenis is System.ServiceModel.Install.dll 3.0.0.0.
3. Ook de installatielogboeken in de map %temp% bevatten verwijzigingen naar het feit dat WCF-scripttoewijzingen niet zijn geregistreerd.
4. Het gebeurtenislogboek of het installatielogboek kan de volgende stacktracering bevatten:
System.ApplicationException: ServiceModelReg.exe has detected a possible corruption in the IIS metabase that prevents the registration of the ServiceModel IIS scriptmaps. Please either fix the IIS metabase corruption, or, if you do not desire ServiceModel WebHost functionality, disable the IISAdmin service and reregister ServiceModel.  

U kunt dit probleem als volgt oplossen:

1. Verwijder IIS.
2. Installeer IIS opnieuw.
3. Voer de installatie van .NET Framework 3.0 opnieuw uit.

 

3. Procedures bij problemen met het downloaden

3.1 Background Intelligent Transfer Service (BITS) is uitgeschakeld

Deze fout treedt op wanneer de BITS-service is uitgeschakeld, niet bestaat, is verwijderd uit de Services-toepassing, is gestopt tijdens het downloaden of wanneer een service waarvan BITS afhankelijk is, is mislukt of is verwijderd. Bij dit probleem wordt een foutbericht met de volgende strekking weergegeven "BITS-service moet zijn ingeschakeld voordat u begint met de installatie. Schakel de BITS-service in en voer Setup opnieuw uit."

U kunt dit probleem als volgt oplossen:

  1. Klik in het menu Start op Uitvoeren.
  2. Typ services.msc in het dialoogvenster Uitvoeren en klik op OK.
  3. Klik in de lijst met services met de rechtermuisknop op Background Intelligent Transfer Service en klik vervolgens op Eigenschappen.
    Opmerking: Als Background Intelligent Transfer Service niet in de lijst staat, is de service niet geïnstalleerd op uw computer. U kunt BITS downloaden en installeren via http://www.microsoft.com/downloads/details.aspx?FamilyId=B93356B1-BA43-480F-983D-EB19368F9047&displaylang=en.
  4. Selecteer Handmatig in de lijst Opstarttype en klik op OK.

Als het probleem hiermee niet wordt opgelost, moet u mogelijk de services inschakelen waarvan BITS afhankelijk is.

Dit doet u als volgt:

  1. Voer de stappen 1-3 in de voorafgaande procedure uit.
  2. Klik in het dialoogvenster Eigenschappen van Background Intelligent Transfer Service op het tabblad Afhankelijkheden.
  3. Voer voor elke service die wordt vermeld onder Deze service is afhankelijk van de volgende systeemonderdelen stap 3 en 4 in de voorafgaande procedure uit om de service in te schakelen.

 

3.2 Configuratiefouten

Deze fouten treden op wanneer BITS-interfaces niet zijn geregistreerd of de registerinstellingen zijn beschadigd.

U kunt dit probleem als volgt oplossen:

Voer een upgrade uit naar BITS 2.0 via http://www.microsoft.com/downloads/details.aspx?FamilyId=B93356B1-BA43-480F-983D-EB19368F9047&displaylang=en.

– OF –

Herstel de BITS-service door het hulpprogramma Bitsadmin uit te voeren vanaf de opdrachtprompt:
Bitsadmin /util /repairservice /force

U kunt het hulpprogramma Bitsadmin downloaden van http://www.microsoft.com/downloads/details.aspx?amp;displaylang=en&familyid=49AE8576-9BB9-4126-9761-BA8011FABF38&displaylang=en.

 

3.3 Netwerkfouten

Deze fouten kunnen een of meer van de volgende oorzaken hebben:

U kunt dit probleem als volgt oplossen:

Geef de juiste instellingen op voor de proxyserver en zorg ervoor dat de computer de proxyserver op de juiste wijze kan omzetten.

– OF –

Voer een upgrade uit naar BITS 2.0. U kunt BITS 2.0 downloaden van
http://www.microsoft.com/downloads/details.aspx?amp;displaylang=en&familyid=49AE8576-9BB9-4126-9761-BA8011FABF38&displaylang=en.

Opmerking   Om deze fouten op te lossen sluit u Setup af, controleert u of u verbinding hebt met het netwerk en start u Setup opnieuw.

 

3.4 Schijffouten

Deze fouten treden op wanneer de BITS-service een bestand niet kan maken of niet kan schrijven naar een bestand. Het is mogelijk dat een ander programma, zoals Chkdsk.exe, wordt uitgevoerd en de schijf door dit programma is vergrendeld, waardoor BITS niet naar het bestand kan schrijven.

U kunt dit probleem als volgt oplossen:

Zorg ervoor dat er geen andere programma's worden uitgevoerd die de schijf kunnen vergrendelen (zoals Chkdsk.exe) en probeer opnieuw te downloaden.

– OF –

Start de computer opnieuw en start vervolgens Setup opnieuw. Zorg ervoor dat u verbinding hebt met internet.

 

3.5 Proxyfouten

In de BITS-service is een fout opgetreden als gevolg van een van de volgende fouten met betrekking tot de proxy:

U kunt dit probleem als volgt oplossen:

Geef de juiste referenties op voor de verificatie van de proxyserver en start Setup opnieuw.

– OF –

Voer een upgrade uit voor de proxyserver zodat HTTP 1.1 wordt ondersteund en zorg ervoor dat de proxy impliciete referenties (zoals NTLM) ondersteunt. Neem zo nodig contact op met uw netwerkbeheerder.

– OF –

Omzeil de proxy door uw proxy-instellingen in Internet Explorer te wijzigen.

Dit doet u als volgt:

  1. Klik in Internet Explorer op Extra en klik vervolgens op Internetopties.
  2. Klik op het tabblad Verbindingen en klik vervolgens op LAN-instellingen.
  3. Schakel onder Proxyserver het selectievakje Een proxyserver voor het LAN-netwerk gebruiken (deze instellingen zijn niet van toepassing op inbel- en VPN-verbindingen) uit en klik op OK.
  4. Klik nogmaals op OK.

Neem contact op met uw netwerkbeheerder als u meer hulp nodig hebt met de instellingen van uw proxyserver.

 

3.6 Overige fouten

De BITS-service wordt niet uitgevoerd:

U kunt dit probleem als volgt oplossen:

Er is geen manier om dit probleem op te lossen. Deze scenario's worden niet ondersteund.

 

4. Bekende problemen met Windows Communication Foundation (WCF)

4.1 Bij Windows XP en Windows Server 2003 is een Windows-hotfix vereist om WS-AtomicTransaction en COM+ Integration-functionaliteit te kunnen gebruiken
Voor ondersteuning van WCF WS-AtomicTransaction en COM+ Integration-functionaliteit is een Windows-hotfix (QFE) nodig onder Windows XP en Windows Server 2003. U kunt het hotfixpakket installeren via http://go.microsoft.com/fwlink/?linkid=46976.

4.2 Begeleide C++-code die is gegenereerd met het hulpprogramma SvcUtil.exe wordt mogelijk niet gecompileerd
U kunt het hulpprogramma SvcUtil.exe gebruiken om code te genereren voor webserviceproxy's en gegevenstypen van metagegevens. Er zijn echter problemen bekend met de C++-codeprovider in Visual Studio 2005 en de .NET Framework 2.0 SDK die ertoe kunnen leiden dat het hulpprogramma begeleide C++-code genereert die niet wordt gecompileerd. Deze problemen met de C++-codeprovider zullen worden opgelost in een volgende release van Visual Studio 2005.

4.3 Taalondersteuning voor het genereren van code in SvcUtil.exe
SvcUtil.exe kan code generen voor webserviceproxy's en gegevens van metagegevens in elke taal die beschikt over een provider voor begeleide code. SvcUtil is getest met de providers van begeleide code van C#, VB en C++. Andere codeproviders zijn niet getest en kunnen code genereren die niet wordt gecompileerd of die anderszins onbruikbaar is.

4.4 Er kunnen geen berichten worden gezonden naar een wachtrijservice op het web wanneer QueueTransferProtocol is ingesteld op “Srmp” of “SecureSrmp”
Namen van wachtrijen die worden gebruikt door services op het web, bevatten “.SVC”, zodat deze kunnen worden toegewezen aan de juiste WCF-services. Als u functies voor WCF-activering installeert voordat u MSMQ http-ondersteuning installeert, leidt een probleem met de installatie van MSMQ HTTP ertoe dat .SVC-handlertoewijzingen worden gekopieerd naar de MSMQ vdir. Wanneer een SRMP-bericht naar een dergelijke wachtrij wordt verzonden, mislukt dit.

U kunt dit probleem op twee manieren oplossen:

1. Installeer MSMQ http-ondersteuning voordat u de functies voor WCF-activering installeert.

– OF –

1. Verwijder de .SVC-handlertoewijzingen uit de MSMQ vdir via de IIS-beheerconsole.
2. Werk vervolgens de .SVC-toewijzingen van de site bij met:
“%windir%\Microsoft.NET\Framework\v3.0\Windows Communication Foundation\SMConfigInstaller.exe” /c:install /f:http.

Opmerking: gebruik het Framework64-pad op 64-bits computers.


4.5 Kanalen in wachtrijen produceren geen volledige end-to-end traces
Er is op dit moment geen end-to-end ondersteuning voor het traceren van berichten tussen kanalen in MSMQ- en WCF-wachtrijen. Dit probleem is bekend.

U kunt dit probleem oplossen door de getraceerde berichten in WCF en MSMQ handmatig te correleren met de MSMQ-bericht-id. Deze id wordt zowel in WCF als in MSMQ getraceerd.

4.6 Bekende problemen bij het gebruik van WMI met NetMsmqBinding en MsmqIntegrationBinding
Wanneer u WMI gebruikt om de eigenschappen te inspecteren van MsmqTransportBindingElement en MsmqIntegrationBindingElement, worden de inventarisatiewaarden van ReceiveErrorHandling en QueueTransferProtocol weergegeven als getallen in plaats van als de werkelijke waarden. Dit probleem is bekend. U kunt dit probleem oplossen door de configuratie te inspecteren voor de werkelijke waarde die is ingesteld voor de binding.

Wanneer u WMI gebruikt om MsmqTransportBindingElement te inspecteren, ontbreken de eigenschappen MsmqTransportSecurity en TransactedReceiveEnabled. Dit probleem is bekend.

Wanneer u WMI gebruikt om MsmqIntegrationTransportBindingElement te inspecteren, ontbreken de eigenschappen MsmqTransportSecurity, TargetSerializationTypes en TransactedReceiveEnabled. Dit probleem is bekend.

4.7 Fouten met betrekking tot verloren berichten worden in Windows Vista geregistreerd als geweigerde berichten
Wanneer NetMsmqBinding of MsmqIntegrationBinding wordt gebruikt met kanalen in WCF-wachtrijen in MSMQ v4 (Windows Vista), worden traces van verloren berichten onjuist geregistreerd als geweigerde berichten. Dit probleem is bekend.

4.8 Identiteit van client wordt door Windows Logboeken onjuist weergegeven bij gebruik van een Arabisch taalcertificaat voor clientverificatie
Wanneer een lokaal computercertificaat [CN=4B4DG4,] wordt gebruikt voor clientverificatie op een Arabische Windows-client, leidt een bekend probleem met Windows Logboeken ertoe dat de identiteit van de client onjuist wordt weergegeven in de controlevermelding van het gebeurtenislogboek:

ClientIdentity: CN=4B4DG4; 14FDBABD77EA825C391CEC4F830859F72B56009F

In dit voorbeeld maakt de tekenreeks “14” deel uit van de vingerafdruk van het certificaat, maar wordt deze weergegeven vóór de naam van het onderwerp van het certificaat.

4.9 Wanneer de IIS-metabase is beschadigd, kan de installatie van .NET Framework 3.0 worden geblokkeerd
Als u een eerdere versie van .NET Framework 3.0 hebt geïnstalleerd terwijl IIS was geïnstalleerd, kan de installatie van .NET Framework 3.0 worden geblokkeerd doordat de IIS-metabase is beschadigd.
U kunt op de volgende manieren achterhalen of dit het geval is:
1. De installatie mislukt met de volgende fout:
“ERROR_INSTALL_FAILURE 1603 Onherstelbare fout tijdens de installatie”
2. In het logboek voor toepassingsgebeurtenissen wordt een fout weergegeven die aangeeft dat WCF-scripttoewijzingen niet zijn geregistreerd. De bron van de gebeurtenis is System.ServiceModel.Install.dll 3.0.0.0.
3. De installatielogboeken in de map %temp% bevatten ook verwijzingen naar het feit dat WCF-scripttoewijzingen niet zijn geregistreerd.
4. Het gebeurtenislogboek of het installatielogboek kan het volgende foutbericht bevatten:
System.ApplicationException: ServiceModelReg.exe has detected a possible corruption in the IIS metabase that prevents the registration of the ServiceModel IIS scriptmaps. Please either fix the IIS metabase corruption, or, if you do not desire ServiceModel WebHost functionality, disable the IISAdmin service and reregister ServiceModel. U kunt dit probleem als volgt oplossen:
1. Verwijder IIS.
2. Installeer IIS opnieuw.
3. Voer de installatie van .NET Framework 3.0 opnieuw uit.

4.10 Er treedt een uitzondering op wanneer een TCP-service en TCP MEX op dezelfde poort worden uitgevoerd
Wanneer het delen van poorten is ingeschakeld en een TCP-service en een TCP MEX-eindpunt dezelfde poort gebruiken, treedt de uitzondering AddressAlreadyInUse op wanneer de service wordt gestart.

U kunt dit probleem op twee manieren oplossen:
1. Wijzig de configuratie van de TCP-service en de TCP MEX-eindpunten zodat deze verschillende poorten gebruiken.
2. Schakel het delen van poorten in voor het TcpTransportBindingElement van het TCP MEX-eindpunt. Dit proces wordt geïllustreerd in de volgende code:
ServiceMetadataBehavior mexBehavior = new ServiceMetadataBehavior();
host.Description.Behaviors.Add(mexBehavior);
Binding mexBinding = MetadataExchangeBindings.CreateMexTcpBinding();
CustomBinding mexBinding2 = new CustomBinding(mexBinding);
mexBinding2.Elements.Find<TcpTransportBindingElement>().PortSharingEnabled = true;
host.AddServiceEndpoint(typeof(IMetadataExchange), mexBinding2, mexAddress);

4.11 Foutberichten > 64 kB kunnen een ProtocolException veroorzaken
Wanneer MaxBufferSize ten minste Int.MaxValue – 1024 bytes (2147482623 bytes) is en er een foutbericht wordt verzonden dat groter is dan 64 kB, ontvangt de client een ProtocolException in plaats van een FaultException. Voor bufferoverdrachten is MaxBufferSize hetzelfde als MaxReceivedMessageSize. Dit is alleen van invloed op services die gebruikmaken van een HTTP(S)-transport.

U kunt dit probleem oplossen door MaxBufferSize (MaxReceivedMessageSize) in te stellen op Int.MaxValue – 1025 bytes (2147482622 bytes) of minder. U kunt echter ook rechtstreeks HttpWebRequest.DefaultMaximumErrorResponseLength instellen op de gewenste limiet. De instelling van DefaultMaximumErrorResponseLength is van invloed op alle kanalen in hetzelfde toepassingsdomein.

4.12 EncryptBeforeSign en XmlSerializerFormatAttribute kunnen niet in hetzelfde contract worden gebruikt
Berichtbeveiliging met de volgorde EncryptBeforeSign werkt niet goed als XmlSerializerFormatAttribute in het contract is gebruikt. Als beide zijn gebruikt, maakt WCF berichten met een ongeldige hoofdtekst na de ontsleuteling, waarbij vóór het eerste hoofdtekstelement een extra verwerkingsinstructie <?xml ..> wordt gegenereerd.

U kunt dit probleem voorkomen door EncryptBeforeSign niet samen met XmlSerializerFormatAttribute in hetzelfde contract te gebruiken.

4.13 WS-ReliableMessaging-kanalen kunnen niet worden gehost met verschillende versies van WS-Addressing
Een AppDomain kan geen WS-ReliableMessaging-kanalen hosten die verschillende versies van WS-Addressing gebruiken. In een dergelijk geval bepaalt het eerste actieve kanaal de versie van WS-Addressing Action-headers voor alle volgende protocolberichten, ook als die berichten zijn verzonden door een kanaal dat is geconfigureerd om een andere versie van het adresseringsprotocol te gebruiken.

Als een afzonderlijke toepassing of service WS-ReliableMessaging-kanalen moet maken die verschillende WS-Addressing-versies gebruiken, moet u voor elk apart een afzonderlijk AppDomain gebruiken. Wanneer een WCF-service WebHosted is, moet u twee virtuele mappen gebruiken: één map voor services met WS-Addressing 1.0-eindpunten en één met WS-Addressing August 2004-eindpunten.

5. Bekende problemen met Windows Workflow Foundation

5.1 Hosting van webservices met Workflow in de geïntegreerde modus van Internet Information Services (IIS) 7.0

Het bestand Web.config dat wordt gegenereerd door het Workflow Project System is compatibel met IIS 6.0-hosting. IIS 7.0, dat wordt meegeleverd met Windows Vista, ondersteunt de uitvoering van de ASP.NET-pipeline echter in twee modi: de ISAPI-modus (compatibel met IIS 6.0) en de geïntegreerde modus. Om te profiteren van de functionaliteit van de nieuwe geïntegreerde modus, moet het bestand Web.config worden aangepast, zodat het er als volgt uitziet:
<system.webServer>
    <modules>
        <add name="WorkflowHost" type="System.Workflow.Runtime.Hosting.WorkflowWebHostingModule, System.Workflow.Runtime, Version=3.0.00000.0, Culture=neutral, PublicKeyToken=31bf3856ad364e35" preCondition="runtimeVersionv2.0" />
    </modules>
</system.webServer>

5.2 ExternalDataExchangeService kan niet worden gebruikt in meerdere exemplaren van WorkflowRuntime

U kunt een ExternalDataExchangeService-service niet toevoegen aan meerdere exemplaren van WorkflowRuntime. Elke keer wanneer een nieuw WorkflowRuntime-exemplaar wordt gemaakt, moet ook een nieuwe ExternalDataExchangeService-service worden gemaakt, en eventuele lokale communicatieservices moeten opnieuw worden toegevoegd aan de ExternalDataExchangeService-service.

5.3 Statische methoden die zijn toegevoegd als gebeurtenishandler, worden niet juist geserialiseerd

Wanneer u een statische methode toevoegt als gebeurtenishandler, wordt deze geserialiseerd als this.Method in plaats van als ClassName.Method.

5.4 Compensatie mislukt wanneer de TargetActivityName van een CompensateActivity een aangepaste samengestelde activiteit is

Als u een aangepaste samengestelde activiteit maakt die een onderliggende activiteit bevat en die ICompensatable implementeert, en een CompensateActivity-activiteit maakt die wel de samengestelde activiteit compenseert, maar niet expliciet de onderliggende activiteit, zal de compensatie mislukken met uitzonderingen als de aangepaste activiteit in een werkstroom wordt geplaatst.

Dit probleem kunt u voorkomen door alle onderliggende activiteiten van een aangepaste activiteit in te sluiten in een CompensatableSequenceActivity-activiteit en compensatie te implementeren op die CompensatableSequenceActivity-activiteit.

 

6. Bekende problemen met Windows Presentation Foundation

6.1 Bekende problemen met het Windows Presentation Foundation-systeem voor het bouwen van oplossingen met meerdere projecten en projectafhankelijkheden

Als een oplossing meerdere projecten bevat, moeten de projectmappen zich op hetzelfde niveau bevinden. Als u de projectstructuur wijzigt zodat de hoofdmap van het ene project zich op een lager niveau bevindt dan de map van een ander project, kunnen er tijdens de Rebuild onverwachte opmaakcompilatiefouten verschijnen, waarin wordt aangegeven dat een type in een DLL waarnaar wordt verwezen (van een van de afhankelijke projecten) niet is gevonden.

Dit kan op de volgende manieren worden opgelost:

  1. Wijzig de maphiërarchie van de projecten in de oplossing en zorg er daarbij voor dat de afzonderlijke projectmappen mappen van hetzelfde niveau zijn OF
  2. Voer Clean uit en vervolgens Build of Rebuild wanneer dit probleem optreedt.